Over ons

Straffe carrièreswitch: juriste wordt koffiedame

Gazet van Antwerpen - Guy Van Nieuwenhuysen

Jarenlang was ze bedrijfsjuriste en leerkracht, maar vorig jaar gooide Kathleen Lemmens (47) uit Weelde het roer resoluut om. Nu verkoopt ze koffie, thee en koekjes op openbare markten.

Kathleen woont met haar man Bart en hun kinderen in Weelde-Statie. Het Bels Lijntje ligt maar enkele meter verder. Voor het huis staat een splinternieuwe bestelwagen, een zogenaamde beverage truck. Al anderhalf jaar verkoopt Kathleen koffie en thee op de markten van Turnhout, Meerhout, Dessel, Mol, Wommelgem en Bree. En dat terwijl ze een diploma Rechten in huis heeft.

Van juriste naar koffiedame, dat is pas een carrièreswitch.

Ik was lang juriste in de verzekeringswereld, maar ik heb ook in het onderwijs gestaan. De jongste jaren als zorgcoördinator. Dat had niets meer met mijn juridische opleiding te maken. Ik speelde al langer met de idee om iets als zelfstandige te beginnen. Maar wat? Loopbaancoach? Die zijn er al zo veel.

Dus koos je voor de verkoop?

Als klein kind speelde ik winkeltje. Dat leek me wel wat. Maar ik wilde het eenvoudig houden. Ik zou niet te veel investeren. In een boekje dat ik van de bank had gekregen, stond: begin in je garage. Dus ben ik met een marktkraam begonnen. Een tentje, eigenlijk.

En waarom koffie?

Daarover heb ik ook lang gebrainstormd met Bart. Ik ben samen met hem markten gaan opzoeken. Wat staat er al? De zoveelste groentekraam was geen goed idee. Ik wilde wel iets ambachtelijk, maar wafels, soep of pannenkoeken werden er al genoeg gemaakt. Koffie zag je bijna niet. Maar ik wilde geen barista zijn. Het ging me om de bonen, om goede kwaliteit.

Ben je een koffieliefhebber?

Eigenlijk is thee meer mijn ding. Bart is wel een koffiedrinker. Hij gaat altijd op zoek naar de betere koffie. We zijn bij heel wat koffiebranders langsgegaan om de koffie te vinden die ik wilde. Fairtrade, biologisch, maar vooral ook hele lekkere koffie. Bart heeft ze allemaal geproefd. Ik heb cursussen gevolgd en in Antwerpen hebben we een heel goede koffiebrander die zelf ook markten deed en ontdekt. Hij heeft me veel tips gegeven.

Daarmee kon je de markt op.

Zo vlot ging het niet. Het is toch een speciale wereld. Er is veel concurrentie onderling. In het begin heb je zeker geen vaste plaats. Als je op een populaire markt wil staan, moet je ‘bollen’. Dat is het vakjargon voor een lootje trekken of met de teerlingen gooien. Het hangt dus van je geluk af of je een goede plaats hebt, of er nog iemand anders met jouw product staat en of je er überhaupt op mag. Want als er te veel van hetzelfde aanbod is, mag dat niet eens. Bovendien zijn al die marktreglementen verschillend. Met gebraden kippen zou het veel moeilijker zijn geweest om mijn plaats te veroveren.

Ik heb eerst op drie Nederlandse markten gestaan. Ik had gelezen dat Nederland een koffieland is. Maar dat was niet te doen. Ik vind de mensen er keitof, maar ze hebben met hun moedermelk Douwe Egberts meegekregen en dat gaat er niet uit. Mijn koffies zijn duurder dan die industrieel gebrande koffies. Dat is logisch, maar een Nederlander wil dat er niet aan geven. Het is dus een hele zoektocht geweest. Ik heb vijftien maanden keihard gewerkt, zonder een dag vakantie te nemen. Nu mag ik zeggen dat ik mijn markten heb, een groot klantenbestand, en een goed draaiende onlineshop.

Het tentje heb je ingeruild voor een beverage truck.

Dat tentje was charmant en het kostte niet veel, maar het is als vrouw bijna niet te doen. Al het materiaal ging in onze monovolume, die ik elke keer weer moest in- en uitladen. Het heeft het voorbije jaar vaak geregend. Soms kon ik niet eens opstellen, omdat mijn tent zou gaan vliegen. De boekhouder zei me dat ik kon investeren in deze wagen, dus heb ik dat gedaan. Ik kan nu alles ook veel mooier presenteren. De mensen zien nu dat ik koffie verkoop.

Met die wagen wil je nu ook bij het Bels Lijntje gaan staan.

Dat is de bedoeling. Het grasplein tegenover ons huis grenst aan dat toeristische pad, tussen fietsknooppunten 5 en 97 en bij wandelknooppunt 59. Ik dacht, wat houdt me tegen om hier op woensdagmiddag gewoon mijn klep open te doen en de stekker in te steken? Sinds deze week heb ik een vergunning van de gemeente. Ik heb het een eerste keer geprobeerd. De wielertoeristen zoeven mijn kraam voorbij, maar er zijn toch al wat fietsers gestopt. Ik sta hier elke woensdag tot 19u, dus kunnen ook de klanten uit het dorp na hun werk nog koffie of thee komen kopen.

Ik vraag één euro voor een koffie en wie koffie voor thuis wil kopen, laat ik gratis proeven. Er zijn ook diverse theesoorten en zelfgemaakte icetea. Maar het is geen café. Ik wil niet in het vaarwater van de horeca komen.

Is het geen zonde van die rechtenstudies?

Mijn vader vond het verschrikkelijk. Hij heeft altijd gehoopt dat ik advocaat of notaris zou worden. Hij kon mijn keuze niet verkroppen. Met zo’n diploma ga je toch niet op de markt staan! Mijn moeder was alleen bezorgd dat het slecht weer zou zijn. Ik vind het zelf het belangrijkst dat ik iets doe wat ik graag doe. Ik ben blij dat ik dat rechtendiploma heb, maar als ik het opnieuw zou kunnen doen, zou ik toch iets anders kiezen. Mijn beide ouders zijn ondertussen overleden. Vlak voor hun dood vertelde ik mijn vader dat ik mijn koffie bij Carrefour mocht leveren. Ik liet hem het promotiefilmpje zien dat het warenhuis had gemaakt. Toen was hij heel trots. Allez, kindeke, zo schoon. Twee dagen later was hij dood. Maar ik was gerustgesteld. Ik had uiteindelijk toch zijn goedkeuring gekregen.